Benjamin Louwerse

Schilderijen, illustraties en publicaties

Boodschap in de sneeuw

18 - 05 - 2012

Prograafje 17

Ik liep met mijn kleinzoon van drie jaar door de zalen van de National Gallery in London. Het was zijn eerste bezoek aan een museum. Hij had mij regelmatig zien schilderen en was zelf, net als elk kind op die leeftijd, druk met verf en kwast. Hij keek zijn ogen uit en reageerde op alles wat hij zag. Natuurlijk lette hij op andere dingen dan ik. In de ‘East Wing’ hielden we stil bij een prachtig landschap van Casper David Friedrich. Mijn kleinzoon wees er naar en riep enthousiast: kijk opa, sneeuw! Dit sneeuwlandschap was een juweeltje.

Casper David Friedrich (1774-1840) stond bekend om zijn imposante landschappen. Hij werd als zesde kind in het gezin van Adolf Gotlieb in het Zweedse Pomerania geboren. Zijn vader was kaarsenmaker. Het gezin leidde een vroom Luthers leven. Casper groeide op met het geloof en met begrippen als vergeving, (plaatsvervangend) lijden, hoop, godsvertrouwen. In zijn jonge leven was Casper al vertrouwd met de dood. Zijn moeder stierf toen hij zeven jaar oud was. Een jaar later stierf zijn zuster Elisabeth. Toen hij dertien was zag hij zijn broer Johann Christoffer op een meer door het ijs zakken en verdrinken. Dit was bij een poging van Johann om Casper te redden van het ijs. Zijn zuster Maria stierf aan tyfus enkele jaren later.

Deze gebeurtenissen hebben zijn leven getekend. Hij begon zijn gevoelens te uiten in tekeningen. Hij kon vooral zijn gevoel kwijt in imposante melancholische landschappen. Daarin werden ook religieuze symbolen geplaatst. Zeer bekend is het landschap met een rotspartij in het midden, omgeven door dennenbomen en daar bovenuit toornend een houten crucifix. Deze wordt geaccentueerd door drie lichtbundels  uit de wolken. Het was het eerste altaarstuk waarop een landschap domineert.

Het sneeuwlandschap in de National Gallery is bijzonder. Het straalt een serene rust uit. Ongerept lijkt het. De sneeuw steekt goed af bij de donkere benevelde lucht. Rechts op de voorgrond ligt een kruk verloren in de sneeuw. Verderop in de sneeuw vinden we nog een kruk. Ze lijken niet verloren; eerder weggeworpen. Wie het spoor blijft volgen komt in het midden van het schilderij uit bij een rotsformatie met enkele imposante dennenbomen. Tegen een rots geleund zit een man, die in de grootsheid van het landschap nauwelijks opvalt. Voor de schilder doet het er niet toe, wie hij is. Wat hij doet is belangrijk. Hij kijkt op naar het houten kruis met de crucifix tussen de bomen. Hij heft zijn armen op.

Friedrich heeft zelf nooit uitleg gegeven bij dit schilderij. Het verhaal spreekt voor zich. De persoon is onherkenbaar, nietig in het geheel. Is dit Casper zelf? Heeft hij zijn jeugdervaringen of latere littekens uitgebeeld in de twee krukken? Heeft hij schuldgevoelens gehad omdat zijn broer zijn leven voor hem geofferd heeft? Dreef dat hem naar de lijdende Christus aan het kruis toe? Heeft Casper innerlijke genezing door zijn geloof in Christus gevonden en heeft hij het wegwerpen van zijn innerlijke pijn en verdriet zichtbaar gemaakt door de krukken in de sneeuw? Zit hij dan aan de voet van het kruis om Christus zijn dank aan te bieden? Of heeft hij als beschadigd mens de krukken als een daad van geloof weggeworpen, is naar het kruis gestrompeld of gekropen en riep hij met opgeheven handen naar de Verlosser om heil en herstel af te smeken? We weten het niet. Het drukt iets van dankbaarheid of verwachting uit. In beide gevallen is het plaatsvervangend offer van Christus allesbepalend. Is de persoon onherkenbaar gehouden om de aandacht bij zichzelf weg te halen? Is de scene dan bedoeld als een uitnodiging aan iedereen met een verwonde ziel om zich te identificeren met de man bij de crucifix?

Door de nevel heen zien we in de verte de contouren van een kerkgebouw. De torenspits wijst naar boven. De hemel gloort. Wie bij het kruis van Christus zich in vertrouwen heeft overgegeven mag weten dat de weg vrij is naar de eeuwige bestemming.

Het sneeuwlandschap is geschilderd in 1811.  In 1835 kreeg Friedrich een beroerte en raakte dusdanig verlamd dat hij nadien nauwelijks meer geschilderd heeft. Dit schilderij heeft een profetisch karakter. Hij heeft er misschien vaak aan terug moeten denken. De kerktoren in de verte is misschien voor hem wel een duiding geweest dat al wat niet op aarde wordt genezen of hersteld, en dus in duistere nevel blijft hangen, straks in de eeuwigheid wordt geplaatst in het volle Licht van een nieuwe wereld. Boven de kerktoren gloort het morgenlicht al. Boven de sneeuw uit worden de sprieten van nieuw leven zichtbaar. Er is hoop. Het leven gaat overwinnen.

Wat een positieve boodschap van iemand die zoveel heeft moeten doormaken. Honderdduizenden bezoekers worden jaarlijks geconfronteerd met de veranderende, heilzame, helende kracht van het evangelie.

 

© 2012 BenjaminLouwerse.com