Benjamin Louwerse

Schilderijen, illustraties en publicaties

Wie ben ik

BENJAMIN LOUWERSE (1947)

 

Versie 2
wilde aanvankelijk portretschilder worden, maar ruilde door een spirituele     ervaring zijn schildersezel in voor de kansel. Na zijn theologische opleiding is hij ruim vijftien jaar werkzaam geweest als pastor.

Hij doceerde van 1997 tot eind 2012 Theologie en Cultuurbeschouwing aan de Chr. Hogeschool Windesheim te Zwolle.

Hij is auteur van de historische roman :
“IMITATIO, Thomas a Kempis, een kroniek” en
werkte mee aan: “De Kerk is dood, Leve de Koning”.

Sinds zijn pensionering begin 2013 is hij  actief als portretschilder en maakt hij religieuze kunst.

Mailadres:
zie contactformulier op pagina  CONTACT

 

 

 

 “Thomas mijn spirituele ThomThom”

Thomas a Kempislezing 2009 Ds. Benjamin Louwerse
Titel: “Thomas mijn spirituele ThomThom”
Over de ‘Navolging’ als inspiratiebron voor vandaag

gehouden op Chr. Hogeschool Windesheim te Zwolle

Geboren en getogen in Leiden in de tijd van de verzuiling ben ik aanschouwer en hier en daar deelgenoot geweest van de bruisende en snelveranderende wereld van de laatste zestig  jaar. Een groot deel van mijn werkbare leven was ik predikant. De laatste 13 jaar ben ik als docent theologie en cultuurbeschouwing verbonden aan Christelijke Hogeschool Windesheim.
ZINGEVING
Stel, u koopt een hele dure computer, met vele mogelijkheden, maar zonder een besturingssysteem, dan doet die hele dure computer helemaal niets!. Een computer heeft een besturingssysteem nodig. Je kan kiezen tussen o.a. Windows (Microsoft) of Apple. Het besturingssysteem maakt uit wat voor soort programma’s je op een pc kan draaien.(de compatibiliteit niet meerekenend)
Een mens heeft ook een besturingssysteem nodig. We praten dan over zingeving, over normen en waarden; een pakketje leefregels die elk mens samenstelt waar hij of zij vanuit wil leven. Sommigen hebben een heel uitgebreid pakket, lezen en discussiëren over zingeving en zijn er bewust mee bezig, anderen hebben een heel summier pakketje. Ook hier is een keuze: een religieus zingevingsysteem of een niet-religieus zingevingsysteem.
Toen de wereld in de tweede helft van de twintigste eeuw ging ‘kantelen’ rekenden velen af met de ‘grote zingevingsystemen’. De grote verhalen (humanisme, liberalisme, christendom etc) hadden hun pretenties niet waargemaakt, meenden velen. Het christelijke Nederland werd een van de meest geseculariseerde landen ter wereld. We werden post-modern en post-christelijk.
ALTERNATIEVE ZINGEVING
Al heel gauw merkten we dat we niet zonder zingeving konden en op zoek gingen naar alternatieven. In het rapport van het SCP van 1997 wordt gesteld dat er een fundamentele behoefte aan zingeving bestaat. In het nieuwste rapport wordt gesteld dat we ‘ongeneeslijk religieus’ zijn.
We gingen daarom zoeken naar alternatieven. Sommigen bleven dicht bij het christendom. Katholieken zochten het bij onder andere de 8 mei beweging of de Charismatische vernieuwingsbeweging. Protestanten zochten het onder andere in alles wat zich evangelisch aandiende.
Anderen gingen het zoeken buiten het christendom: Andere wereldgodsdiensten, oosterse culten, en veel New Ages-achtige religiositeit. Nederland is wel minder kerks, maar niet minder religieus geworden. De paranormale beurzen, het blad Happinez, het grote aanbod van religieuze literatuur in de boekhandel en de vele religieus getinte cursussen bewijzen dat.
We zijn multicultureel maar ook multireligieus geworden. Nederland is gaan relishoppen.
HERONTDEKKING
Weer anderen herontdekten het klassieke christendom; Hildegard von Bingen kwam weer in de belangstelling, evenals Augustinus. Anselm Grun, die in zijn boeken ons juweeltjes uit de kerkgeschiedenis voorhoudt, heeft wereldwijd miljoenen lezers. Ook Thomas a Kempis kreeg vernieuwde en groeiende belangstelling. De jubilerende Stichting, meerdere uitgaven van zijn boeken en een roman over zijn leven tonen dit aan.
EVANGELICALEN
Evangelischen ontdekken de laatste tijd hun wortels en tonen belangstelling voor de mystieken. Bij het honderdjarige bestaan van de pinksterbeweging in Nederland verklaarde professor van der Laan van de VU: “De laatste jaren verdiepen pinkstergelovigen zich vaker in vroegere mystici als Johannes van het Kruis en Thomas a Kempis. De Navolging van Christus is voor pinksterchristenen een parel in de literatuur. Ze herkennen zich in het persoonlijke, individuele karakter van dit soort geloofsboeken.”
Otto de Bruijne toonde op tv een pinksterkerk in de VS die is overgestapt op een liturgie van de oosterse kerk. De Evangelische organisatie ‘Jeugd met een Opdracht’ heeft dit voorjaar een Thomas a Kempis Meditatiehof geopend. Ook in evangelische kringen wordt Henry Nouwen gelezen. Het thema van de E.O jongerendag twee jaar geleden luidde: ‘Enter the Mystery.’

IK BEN EEN KIND VAN MIJN TIJD
Ik groeide op in de tijd van de verzuiling in een Hervormd gezagsgetrouw gezin. Vader was bij de politie. In mijn jeugd had ik een grote wens: later naar de kunstacademie gaan en portretschilder worden. In mijn examenjaar raakte ik geïnspireerd door twee personen waardoor mijn leven een andere richting uit zou gaan. Albert Schweizer inspireerde mij. Door hem besefte ik dat Jezus zin en doel kan geven aan je leven hier en nu. Martin Luther King leerde mij dat het geloof een veranderende kracht kan zijn dat zelfs een hele natie kan oproepen tot een betere maatschappij. Toen kwam ik tot het besef dat ik geen schilder moest worden, en leuke dingen voor mijzelf maken, maar dat mijn leven een belangrijker doel en hogere zin kan hebben. Zo ruilde ik de schildersezel in voor de kansel. Door mijn studie raakte ik in contact met de evangelische wereld. Ik ruilde mijn gestructureerde, gecultiveerde vastomlijnde geloof (zo heb ik dat toen ervaren) in voor een meer bruisend, levensveranderende geloofsbeleving. (Aafje Heines versus Mahalia Jackson)
Ik werd predikant in een Baptistengemeente. In die tijd kenden veel Baptistengemeenten een driestromenland. De ‘oude’ Baptisten, de ontevreden Gereformeerden en een pinksterstroming. Als voorganger moest je voortdurend een exegetische veldslag leveren om te zorgen dat het karakter van de gemeente niet door een van de groepen zou worden toegeëigend en omgebogen.

BURN OUT
Ik sprak eens als gast op een Amerikaanse theologische faculteit. Na afloop, op weg naar het parkeerterrein, werd ik aangesproken door een student. Alexei uit de Oekraïne. Hij zei: ‘ ik moet u iets zeggen namens de Heer.’ Mijn eerste gedachte was: ‘Oh oh, daar heb je er weer zo eentje.’ Uit beleefdheid liet ik hem uitspreken. Hij citeerde het slot van Jesaja 40 en het tiende vers uit Jesaja 41; teksten die spreken van vernieuwde kracht ontvangen, niet angstig hoeven zijn en dat ik toch weer dienstbaar zou zijn in Gods koninkrijk. Ik wist niet wat ik er mee moest. Het leek mij eerder een bemoediging voor iemand die niet actief was in kerkelijk werk.
Vier dagen later, terug in mijn eigen kerk, op zondagmorgen, op de kansel stortte ik mentaal in: een burn out zou mij drie en een half jaar uit het arbeidsproces houden. In de inleiding van ‘Imitatio’ schrijf ik over die periode:
Een burn-out zette mijn hele leven op zijn kop. Ik verloor de belangrijkste pijlers van mijn leven. Na veel strijd en pijn verloor ik tot mijn grote schrik ook mijn vertrouwde godsbeeld. Voor het eerst in mijn bestaan ervoer ik God niet meer. Mijn innerlijke rust was weg. De duistere leegte waarin ik toen terechtkwam wens ik niemand toe.
In de jaren die volgden probeerde ik angstvallig mijn oude godsbeeld terug te vinden. Dat ging niet meer. Ook bleek dat ik weinig had aan de dogmatische werken in mijn boekenkast om mijn geestelijke duisternis op te heffen. Ik wilde deze werken herlezen om mijn duisternis te begrijpen, maar de duisternis is een periode om te luisteren. Duisternis laat zich niet rationeel verstaan.
Ik heb afscheid moeten nemen van mijn rationeel theologisch denken over God. Door theoretische reflectie kan een mens niet tot het wezen der dingen doordringen. De rede is niet het instrument voor het verwerven van Godskennis. Dit kan alleen door de ontmoeting met de goddelijke Persoon: christendom is geen religie maar een relatie. Ik zeg dit niet uit een anti-intellectualisme, maar omdat ik stuk ben gelopen op mijn dogmatische christendom (ik was vroeger nogal leerstellig en ook stellig) en ik nu overtuigd ben dat het wezen van het Christendom niet is gelegen in een christelijke leer, maar in een Persoon. Contemplatie acht ik daarom essentiëler dan dogmatiek (hoewel deze zeker belangrijk blijft). Een weg van contemplatie, versterving en toewijding kan een mens tot eenwording met God brengen.
De aspecten uit de Jesajatekst werden werkelijkheid; uitputting en het zoeken naar vernieuwde kracht, onrust, angst en de zingevingvragen hielden mij bezig. Jesaja werd voor mij een troostvolle en bemoedigende handreiking. Ook bracht Alexei mij door zijn ‘profetie’ in contact met een meer mystieke geloofsbeleving.

HERONTDEKKING VAN DE NAVOLGING
In diezelfde tijd reikte mijn moeder mij een oud exemplaar aan van de Navolging van Christus, van Thomas a Kempis. ‘Deze is van ome Jan geweest,’ zei ze erbij. Ome Jan de Geus was Hervormd predikant geweest in Almelo, is in de tweede wereldoorlog opgepakt en omgekomen in Dachau. Dat maakte deze ‘Navolging’ voor mij wel heel bijzonder. Het lezen van en mediteren op ‘De Imitatione Christi’ opende voor mij een nieuwe manier van omgang met God. Dit heeft mijn leven verrijkt. De duisternis is weg. Ik kan als christen verder.

Nogmaals de inleiding van Imitatio:
Ik heb God niet (terug)gevonden door theoretische reflectie maar door contemplatie. Stilte en overgave leidden tot een vernieuwde kennismaking met God. God ligt niet meer vast in de bekende theologische kaders. Ik ben op weg en de weg met Hem is een avontuur. Ik ben een paleis binnengestapt en gang na gang en zaal na zaal kom ik dichter bij de troonzaal. Elke dag ontdek ik nieuwe dingen. In die vernieuwde relatie ervaar ik absolute vrede en vrijheid.

WAT SPRAK MIJ ZO AAN IN DE NAVOLGING?
De Navolging is bedoeld als onderricht van de Novicemeester Thomas aan zijn novicen. De tekst boven de uitnodiging luidt:
‘Mijn zoon, wandel voor mijn aangezicht in waarheid en zoek Mij altijd in de eenvoud van het hart.’ Thomas laat hier de grote Leermeester zelf spreken. Hij is de wegwijzer, de ThomThom en wijst naar Degene om wie het gaat.

Wat mij in de adviezenbundel zo aanspreekt is de thematiek van:

DE PERSOONLIJKE RELATIE
De Navolging begint met: “Wie Mij volgt zal niet wandelen in de duisternis,” zegt de Heer. Het gaat niet om een instituut of een leer, maar om een persoonlijke relatie met God. Tijdens mijn burn out ervoer ik duisternis. De tekst wakkerde mij aan tot een meer radicale vorm van navolging en een opheffen van de duisternis.

DE INNERLIJKE RUST
‘Wij zullen nergens rust vinden dan wanneer wij met Christus een geworden zijn.’ Door mijn burn out was ik erg onrustig en angstig. Ik werd gepakt door het idee van de unio mystica, dat een mens een mystieke eenwording met Christus kan ervaren en daardoor innerlijke vrede kan krijgen. Door mijn burn out verlangde ik erg naar die vrede.

VAN ORDE EN RITME
Het grafschrift van Thomas luidt: ‘Ik heb overal gezocht naar vrede en heb die nergens gevonden, dan in een hoekje met een boekje.’ Dagelijks op vaste tijden op een vaste plek het evangelie openen en Christus willen ontmoeten sprak mij aan. Ik was uit balans en had de greep op mijn leven verloren. Ik had baat bij orde en ritme. Een mens heeft dat nodig. Bij een baby zie je al hoe belangrijk het is dat de fles en het slaapje op vaste tijden plaatsvindt. Ik hoorde twee oudere dames bij het afscheid nemen tegen elkaar zeggen: ‘blijf in je ritme hoor.’ Thomas bracht mij op dit spoor. (John Wesley en zijn Methodisten waren gecharmeerd van de methodieke levensstijl van de Moderne Devoten)

DE INWONENDE CHRISTUS
Klemtoon bij de mystieken ligt niet op de ten hemelgevaren Christus, die ter rechter hand van God zit, maar eerder de inwonende Christus in ons binnenste. Opb.3:20 zegt:’ik sta aan de deur en ik klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij.’
Christus is niet ver weg, maar heel dicht bij. In mij is een ruimte waar ik in volkomen vrede Hem kan ontmoeten. Daar kan niemand anders bij. Daar kom ik tot een eenwording (unio mystica) met Hem. Openbaring 3 benoemt dit met termen als ‘maaltijd houden, samen eten’.
We lazen hierboven over ‘rust vinden wanneer wij met Christus een geworden zijn.’ Het gaat om de (mystieke) eenwording met Christus. Thomas roept ons op om ‘Uit de zien naar het moment waarop ‘God opnieuw intrek bij ons neemt,’ zoals hij het verwoordt.
Deze thematiek en wijze van mediteren sprak mij erg aan. Mijn ThomThom leidde mij (terug) naar de inwonende Christus.

DE OVERGAVE
Tijdens mijn burn out probeerde ik krampachtig greep te houden op mijn omstandigheden. Dat lukte niet. Ik was uitgevochten, had geen kracht meer. Wat een bevrijding: ik mocht mijzelf en mijn omstandigheden overgeven, loslaten.
Mijn ThomThom zegt: als jij je met je hele hart aan God hebt overgegeven en je volledig aan Hem toevertrouwt zul je merken dat je een bent geworden met God en dat je vrede gevonden hebt in Hem.

Al deze themata waren niet geheel nieuw voor mij, maar spraken mij in het bijzonder aan vanwege de omstandigheden waarin ik verkeerde. Ze leidden mij naar een herontdekking van de persoon van Jezus van Nazareth en brachten mij terug naar een mystieke beleving, die ik in mijn kinderjaren wel heb ervaren.

IMITATIO
In mijn roman speelt een novice de hoofdrol. Hij kwam het klooster in om een groot schilder te worden (de Zwolse meesters) maar de Novicemeester leidde hem tot een meer spiritueel leven. Dat is autobiografisch. Thomas werd voor mij een spirituele ThomThom die mij de weg gewezen heeft om mijn innerlijke rust te hervinden en mijn spirituele pelgrimstocht te vervolgen. Hij wijst daarbij voortdurend op Christus.
In het begin van Imitatio speelt een droom over een Burcht een rol. De novice loopt om de Burcht heen maar vindt nergens een ingang. Hij roept (tot God) en wil naar binnen. Later in het boek komt hij er achter dat hij niet probeert bij God binnen te komen, maar het is God die op zoek is naar hem en bij hem binnen probeert te komen. Dit heeft een autobiografisch karakter.
Thomas citeert als novicemeester regelmatig uit zijn Navolging. In Imitatio worden de situaties geschetst waarin Thomas deze uitspraken zou gedaan kunnen hebben.

TOT BESLUIT:
Ik heb u geschetst in wat voor kantelende wereld ik mijn pelgrimstocht begonnen ben. Ik ben een kind van mijn tijd. Opgegroeid in een Hervormd gezin kwam ik tot bloei in de Evangelische Beweging. De laatste jaren groei ik daar van weg. Ik herken mij in het boek van Otto de Bruijne ‘Ooit Evangelisch’, over de achterdeur van de Evangelische Beweging. De laagdrempeligheid en de anti-intellectuele houding en luidruchtige beleving beginnen mij tegen te staan.
In het tweede deel van mijn toespraak heb ik geschetst hoe ik gegroeid ben naar een meer contemplatieve geloofsbeleving en welke rol Thomas a Kempis daarin had en heeft.
Dit is mijn pelgrimstocht en mijn beleven bij de Navolging. Anderen beleven de Navolging op een andere wijze. De vader van Jan Siebelink paste teksten, die oorspronkelijk gericht waren tot celibatairlevende novicen, te letterlijk toe op zijn eigen situatie en heeft zijn gezin verwaarloosd. De deelnemers aan het forum hebben ook allemaal hun eigen ervaring met de Navolging. Als reisgenoten mogen wij die met elkaar delen. Dat doen wij na de pauze

Ik hoop dat mijn ‘reisverhaal’ u geïnspireerd heeft om ook de Navolging te gaan (her)lezen of de roman Imitatio, die ik over Thomas leven heb geschreven. Niet als een doel op zich. Thomas fungeert dan ook voor u als een ThomThom, die de weg wijst, om uiteindelijk uit te komen bij een (vernieuwde) persoonlijke relatie met God door Jezus Christus.

Zwolle, 20 november 2009
Benjamin Louwerse,
Docent theologie/cultuurbeschouwing
Christelijke Hogeschool Windesheim

 

Copyright 2009 B.Louwerse.
Gebruik maken van gedeelten van de tekst na schriftelijke toestemming.

Geef een antwoord